Zijn alle woorden vertaalbaar of kunnen we ook spreken over onvertaalbare woorden?
Is alles daadwerkelijk om te zetten van de ene naar de andere taal? Dat is wat ‘vertalen’ inhoudt volgens de Van Dale: ‘van de ene taal in de andere overbrengen’. Goed vertalen is moeilijk, omdat dat juist inhoudt dat je niet alleen de tekst, maar ook het gevoel in die tekst overbrengt. In de vertaalwetenschap gaat het dan over het ‘register’, feitelijk betekent dat niet meer dan het niveau of de stijl van het taalgebruik. Het gaat dan om nuances in een taal. Iedere Nederlander voelt het verschil tussen ‘vreten’ en ‘eten’ en een ‘boulevard’ is iets anders dan een ‘straat’, terwijl deze woorden wel als synoniemen van elkaar gezien kunnen worden. Wanneer je onder ‘onvertaalbaarheid’ verstaat dat woorden niet met precies dezelfde nuance in de andere taal omgezet kunnen worden, dan bestaat het.
Taalleemte
Een woord bestaat in de ene taal wel, maar in de andere taal niet. Zoiets noemt men een ‘taalleemte’. Je mist de nuance dan. Een bekend voorbeeld in het Nederlands is het woord ‘gezellig’. Geen enkele andere taal kent een woord voor ‘gezellig’. Wel woorden die erbij in de buurt komen: gemütlich in het Duits, cosy in het Engels, agréable in het Frans, maar niets staat exact gelijk aan ‘gezellig’. Het Schots heeft ook een erg leuk woord in deze categorie, namelijk ‘Tartle’, wat duidt op het getwijfel dat zich voordoet wanneer je iemands naam vergeten bent en diegene dus niet bij de naam kunt noemen. Het Braziliaans heeft zelfs een woord voor het zachtjes strelen door de haren van je geliefde, namelijk: ‘cafune’.
De mythe van ‘razbliuto’
Een woord dat ook vaak als voorbeeld genomen wordt, is het Russische woord ‘razbliuto’. Dit zou een Russisch woord zijn om het gevoel weer te geven dat je altijd zult houden voor een verloren liefde.
Het woord is in diverse talen bekend, maar helaas … niet in het Russisch! Sterker nog; velen zullen dit woord herkennen, maar als je het tegen een Rus zegt, staat die je enkel aan te kijken alsof hij water ziet branden. In principe bestaat alleen het voorvoegsel ‘raz’. Russen hebben wel een aantal redenaties over het ontstaan van deze mythe. Zo zou het kunnen komen van een samenvoeging van ‘razlyubit’ (het eindigen van een liefde) en het scheldwoord ‘blyad’ (hoer). Een ander geeft als verklaring: ‘Razbliuto – wanneer je hart gebroken wordt, drink je tot je misselijk bent. Dan krijg je de neiging tot ‘razblyuto’, waarbij blyuto gebaseerd is op een vervoeging van het Russische werkwoord voor overgeven. Dus helaas, het is een mooi woord, maar in werkelijkheid is het slechts een mythe.
Taalgrapjes
Ook taalgrapjes zijn niet altijd eenvoudig te vertalen. Bijvoorbeeld: ik zag laatst een foto van een onheilspellende buienlucht boven het Franse land. Ik reageerde daarop met ‘La douce France?’. Het antwoord was toen: ‘Non, la douche France.’ Wanneer je de vraag vrij letterlijk vertaald met ‘Het vriendelijke Frankrijk?’ en het antwoord met ‘Nee, een stortbui in Frankrijk.’ , dan valt de essentie van de grap weg. Klankgrappen vallen heel vaak weg, doordat het ongelooflijk moeilijk is om dat door te voeren in de andere taal, terwijl je ook nog de letterlijke vertaling in stand houdt. Een voorbeeld uit een tekst waar dit wel mooi gelukt is, is een citaat uit ‘The Great Gatsby’.
In het origineel staat geschreven:
One thing’s sure and nothing’s surer
the rich get richer and the poor get – children.
Hier wordt het rijmwoord ‘poorer’ gesuggereerd. In het Duits wordt hiervan gemaakt:
Einzig gewiss in der Welt ist nur eins
Die Reichen bekommen’s Geld und die Armen bekommen – Kinder.
De grap van het rijmwoord dat verwacht wordt, komt hier in terug door het gebruik van het woord ‘eins’ waar men op kan rijmen met ‘keins’, terwijl dat dus ook ongeveer dezelfde betekenis heeft als in het Engelse origineel.
Zijn woorden dan onvertaalbaar?
Wanneer je de beschrijvende optie niet uitsluit, zijn alle woorden vertaalbaar, maar als je uitgaat van een letterlijke vertaling van een woord, dan loop je vast. De ene taal is rijker dan de andere taal. Ook zit je vast aan culturele aspecten. Zwarte Piet wordt Black Peter, le père Fouettard of Knecht Ruprecht genoemd in onze buurlanden, maar wanneer we deze man iets verder van huis willen introduceren, zal men ons toch algauw met een glazige blik aankijken.
Bij een discussie over onvertaalbaarheid kwam ook het woord ‘krentenkakker’ aan de orde. Dat heeft hier toch een bijzondere klank en het zou ook een typisch Nederlands woord zijn. In het Frans wordt het doorgaans vertaald met een uitdrukking: ‘Il n'attache pas son chien avec des saucisses.’ wat letterlijk overgezet zoveel betekent als: ‘Hij bindt zijn hond niet aan zich met worst.’ Een grapjas merkte op dat het woord ‘krentenkakker’ ook wel in het Duits zou bestaan, wanneer je de k’s zou vervangen door c’s. Immers, bij verduitsen naar steenkolenduits wordt vaak van deze techniek gebruik gemaakt. Het woord ‘Geizhals’ kan een vertaling zijn, maar dat zou bij ons waarschijnlijk eerder vertaald worden met ‘gierigaard’.
Kortom: woorden, zinnen, teksten kunnen in vele talen opgediend worden, maar de ‘smaak’ is niet altijd hetzelfde.
Ik wil graag afsluiten met een gedicht van Charivarius, dat zo goed demonstreert hoe moeilijk ook het Nederlands is voor buitenlanders die onze taal willen leren.
Nederlands moeilijk te leren?
Men spreekt van één lot, en verschillende loten,
Maar ’t meervoud van pot is natuurlijk geen poten.
Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten,
Maar zult u ook zeggen één kat en twee katen?
Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog.
Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog,
Want woog is nog altijd afkomstig van wegen,
Maar is dan ‘ik voog’ een vervoeging van vegen?
Wat hoort er bij ‘zoeken’? Jazeker, ik zocht,
En zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht?
Welnee beste mensen, want vlocht komt van vlechten.
En toch is ik ‘hocht’ niet afkomstig van hechten.
En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep.
En evenmin zegt men bij slopen ‘ik sliep’.
Want sliep moet u weten, dat komt weer van slapen.
Maar fout is natuurlijk ‘ik riep’ bij het rapen.
Want riep komt van roepen. Ik hoop dat u ’t weet
En dat u die kronkels beslist niet vergeet.
Dus kwam ik u roepen, dan zeg ik ‘ik riep’.
Nu denkt u van snoepen, dat wordt dan ‘ik sniep’?
Alweer mis m’n beste, maar u weet beslist,
Dat ried komt van raden, ik denk dat u ’t wist.
Komt bied dan van baden? Welnee, dat wordt bood.
En toch volgt na wieden beslist niet ‘ik wood’.
‘Ik gaf’ hoort bij geven, maar ‘ik laf’ niet bij leven.
Dat is bijna zo dom als ‘ik waf’ hoort bij weven.
Zo zegt men: wij drinken en hebben gedronken.
Maar echt niet: wij hinken en hebben gehonken.
’t Is moeilijk, maar weet u: van weten komt wist,
maar hoort bij vergeten nou logisch vergist?
Juist niet zult u zeggen, dat komt van vergissen.
En wat is nu goed? U moet zelf maar beslissen:
Hoort bij slaan nu ik sloeg, ik slig, of ik slond?
Want bij gaan hoort ik ging, niet ik goeg of ik gond.
En noemt u een mannetjesrat nu een rater?
Dat geldt toch alleen bij een kat en een kater